dinsdag 8 september 2009

Voorbereiding werkcollege 1

1) Korte stelling en argumentatie

Stelling: "Online community zal altijd een surrogaat blijven van gemeenschap zoals dit zich in de niet-virtuele wereld voordoet."

Argumentatie: Allereerst is er een groot probleem binnen online communities met authenticiteit dat nauw verbonden is met de media specifieke eigenschappen van nieuwe media. Door zelf voor een representatie te kunnen kiezen in de vorm van bijvoorbeeld een profiel of avatar ontstaat bij de gebruikers een zgn. hyper zelfbewustzijn. Daarnaast is het mogelijk om te kiezen voor zelfrepresentatie die op maar weinig manieren gelinkt is met het 'zelf'.

Hier is nauw aan verbonden de notie van anonimiteit. Deze anonimiteit geeft deelnemers aan de online gemeenschap meer mogelijkheden voor het ongestraft doen van racistische of beledigende uitspraken. Ook leidt dit mogelijkerwijs tot een vorm van voyeurisme.

Ten derde is er sprake van een grote mate van commercialisering. Dit geldt voor de manier waarop deelnemers van online gemeenschappen proberen de aandacht te vestigen op zichzelf, maar ook zeker voor de manier waarop grote bedrijven inspelen op het fenomeen online community.

Tot slot is er sprake van een zogenaamde 'context collapse', waardoor uitingen van mensen sneller verkeerd begrepen zullen worden en sneller tot ophef zullen kunnen leiden.

2) Ground rules van een goed debat

- Bij goede debatten vallen altijd de volgende dingen op:

a) goed geïnformeerde deelnemers

b) duidelijk onderbouwde argumenten

c) goede voorbeelden

d) beiden partijen krijgen voldoende tijd om hun punten uiteen te zetten

e) goede voorzitter die samenvat en beurten aangeeft

f) meta-opmerkingen

- Bij slechte debatten missen dus juist deze dingen, daarnaast worden vaak vragen ontlopen, wordt er op de persoon gespeeld, wordt er geprobeerd de ander in diskrediet te brengen door irrelevante informatie boven tafel te halen en mondt het vaak uit in ordinaire scheldpartijen.

- De hierboven genoemde elementen die zorgen voor een goed debat zijn met name te bereiken door de juiste randvoorwaarden te scheppen. De voorzitter is van groot belang omdat die beide partijen ‘ter zake’ kan houden en de tijd kan bewaken. Uiteraard is de keuze voor de deelnemers essentieel en hangt dat voor een groot gedeelte af van de verdere opzet van de debatomgeving (is het een spontane discussie, of een zorgvuldig voorbereid debat). Waarvoor mijns inziens steeds gewaakt moet worden is lege retoriek. Hoewel woordkeuze heel belangrijk is mag het geen spelletje worden dat afleidt van de inhoud. Integriteit van de deelnemers is ook van groot belang. Wanneer een deelnemer ergens niet van op de hoogte is dan moet die persoon ook bereid zijn dat toe te geven.

3)

Karakter uit de film '12 angry men':

Davis, jurylid nummer #8

Lichaamstaal:

Davis is uiteindelijk het karakter dat iets in gang zet waardoor de hele jury overstag gaat en de jongen vrijspreekt. Wat opvalt wanneer je naar hem kijkt tijdens de discussies is dat hij zeer beheerst gebruik maakt van zijn lichaam. Andere juryleden staan elke keer als ze wat zeggen op, Davis doet dat slechts in een aantal gevallen als hij echt een belangrijk punt wil maken. Bijvoorbeeld op het moment dat hij laat zien dat hij eenzelfde mes als het moordwapen heeft kunnen vinden niet ver van waar de jongen woonde. Ook in tegenstelling tot een aantal andere juryleden laat hij zien actief te luisteren naar anderen. Hij buigt zich wat voorover wat een actieve indruk geeft. Als hij zelf spreekt gebruikt hij daarbij rustige, doelbewust handgebaren die onderstrepen wat hij zegt. Hij kijkt de andere deelnemers zeer indringend aan en weet daardoor hun aandacht vast te houden. Wanneer er een wat langere uiteenzetting was heild hij de aandacht vast door rond te lopen, dat dwingt mensen om actief de persoon te volgen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten